Name |
Léonard-Pierre-Joseph du Bus de Gisignies |
Title |
Vicomte |
Born |
28 Feb 1780 |
Dottignies [1] |
Gender |
Male |
Biographie |
- Biografie over koloniaal bestuurder Du Bus de Gisignies
Een dikke Belg in Indië
Eeuwenlang werd de Belgische bestuurder Leonard Du Bus De Gisignies, van 1826 tot 1830 de hoogste bestuurder in Nederlands-Indië, in de geschiedschrijving afgeschilderd als een incompetente, dikke Vlaming. Historicus Bart de Prins beweert in zijn proefschrift dat Du Bus met zijn liberale opvatting over koloniaal bestuur zijn tijd ver vooruit was.
Het belachelijk maken van Belgen is een karaktertrek die diep in de Nederlandse volksaard is verkankerd. De debiele Belg - zoals bijvoorbeeld de uitvinder van de schietstoel voor helikopters - is een stereotype dat in menig mop zijn opwachting maakt.
Dat het dédain ten opzichte van onze zuiderburen niet geboren is ten tijde van de affaire-Dutroux, blijkt wel uit Voor keizer en koning, het gisteren verdedigde proefschrift van Bart de Prins. Met dit boek, dat in een handelseditie bij uitgeverij Balans verschijnt, schrijft De Prins de biografie van Leonard Du Bus De Gisignies (1780-1849), een Belg die van 1826 tot 1830 commissaris-generaal in Nederlands-Indië was.
In de Nederlandse geschiedschrijving die aan Du Bus is gewijd, wordt vaak neerbuigend over hem gesproken - en permitteert men zich menig meewarige opmerking over de lichaamsomvang van deze Belgische bestuurder: een nogal curieus criterium voor het beoordelen van iemands verdiensten. W. Coolhaas bijvoorbeeld meldt in 1936: ‘Eén eigenschap had hij, die bij hem in onzen tijd als volslagen ongeschikt zou hebben doen passeren. Een man van 290 pond zou thans zelfs niet naar den staatsdienst in den tropen zijn gestuurd. Du Bus, die in Indië in een jaar tijd meer dan honderd pond afviel, moet daar lichamelijk wel zeer geleden hebben.’ Het gegniffel van de schrijver klinkt zachtjes tussen de regels door.
Ook in recenter werk van Nederlandse hand komt ‘de dikke Du Bus’ langs. De Leidenaar Wim van den Doel voert hem in 1996 als volgt op: ‘Nu was deze 145 kilogram zware Westvlaamse burggraaf bij aankomst in Batavia niet bepaald de meest fitte verschijning geweest die men in Indië ooit had mogen aanschouwen, maar hij had zeker niet verwacht dat hij gedurende vrijwel zijn hele verblijf op Java door ziekten achtervolgd zou worden.’
Naast het feit dat hij wat aan de zware kant zou zijn, een feit dat door De Prins overigens af wordt gedaan als een ‘verhaal’ dat opeenvolgende historici steeds van elkaar over hebben geschreven, was Du Bus ook nog eens Belg. Dat vonden veel historici van boven de Schelde zo mogelijk nog erger. In 1853 fulmineerde N.G. van Kampen over Du Bus’ benoeming tot commissaris-generaal: ‘Doch het was een vernederend denkbeeld , dat daartoe een Belg moest worden gekozen, evenals of in de oude Verenigde Nederlanden geene eerlijkheid en onpartijdigheid, vereenigd met kunde in zaken van bestuur en handel gevonden werd, en dit alles wel in het vaderland der onkunde, in België.’
Minder schuimbekkend, maar daarom niet minder neerbuigend, deed de hoofdmeester van de Leidse school, Cees Fasseur, het in zijn De Indologen in 1993 nog eens dunnetjes over. Hij noemde Du Bus met zijn bekende vilein ‘een Zuid-Nederlander met weinig koloniaal sentiment.’
De Leuvense historicus Bart de Prins had genoeg van al dit Belg-bashen en besloot in een biografie van Du Bus het een en ander recht te gaan zetten. En hoewel hij in zijn inleiding belooft er geen hagiografie van te maken, is er in het boek wel degelijk sprake van een zeker eerherstel. Dat kan ook moeilijk anders, de extreem negatieve communis opninio over Du Bus in aanmerking nemend.
Indrukwekkend
De ‘keizer’ waar in de titel van Prins’ boek naar wordt verwezen is uiteraard Napoleon Bonaparte. Du Bus begon in 1802 zijn loopbaan als ambtenaar in het door de Corsicaan geannexeerde stadje Doornrik, waar hij bestuurder werd van het bureau de bienfaisance, een soort openbare instelling voor het algemeen welzijn. Hij was in die hoedanigheid betrokken bij het invoeren van de nieuwe Franse ‘revolutionaire’ maatschappelijke structuren, ter vervanging van de oude van het Ancien Régime en zou opkimmen tot de post van burgemeester.
De ineenstorting van het Franse rijk betekende in 1815 de geboorte van het koninkrijk der Verenigde Nederlanden. België en Nederland werden één, onder leiding van koning Willem I. Du Bus maakte snel carrière binnen het bestuurlijke apparaat van deze nieuwe natie: van 1815 tot 1819 zat hij in de Tweede Kamer, waarvan het laatste jaar als voorzitter; verder was hij vanaf 1820 gouverneur van de provincie Antwerpen en volgde er in 1823 zelfs een promotie tot gouverneur van Brussel. Kortom, de Belg Du Bus was helemaal zo’n rare keus nog niet toen er in 1825 een nieuwe topbestuurder voor Nederlands-Indië nodig was.
De kolonie bevond zich op het moment van Du Bus’ aankomst in Jakarta in een moeilijke periode. De VOC was in 1800 definitief verdwenen en gedurende de invoeging van Nederland bij Napoleons Frankrijk hadden de Engelsen de archipel onder controle gehad. Eenmaal weer terug in Nederlandse handen bleek de gehanteerde manier van uitbaten van Indië echter weinig economisch gewin en veel bestuurlijke chaos op te leveren. Du Bus moest daar wat aan gaan doen.
Omwenteling
De Prins stelt dat Du Bus met de invoering van een nieuwe financiële administratie, een nieuw muntstelsel, en met de oprichting van de Javasche Bank een einde maakte aan de financiële onduidelijkheid die de kolonie jarenlang geplaagd had. Hiermee legde hij het fundament voor de vlotte invoering van het zogenaamde cultuurstelsel door zijn opvolger J. Van den Bosch.
In zijn verdere analyse van de toekomst van de kolonie bleek Du Bus de tijdsgeest echter niet juist te hebben ingeschat. Hij pleitte voor een liberalisering van de handel op Indië. Particulieren, Nederlanders én buitenlanders, moesten de kans krijgen te investeren in de kolonie. Du Bus had grote landbouwondernemingen op het oog waar Javanen tegen een ‘eerlijk loon’ zouden moeten werken.
Dat zou echter betekenen dat de traditionele structuur van de Javaanse maatschappij op de helling moest en zo’n omwenteling zat er niet in. Het latere succes van het strikt hiërarchisch ingerichte cultuurstelsel bewees dat Du Bus op de korte termijn inderdaad ongelijk had gekregen.
Later, in de jaren zestig van de negentiende eeuw, werd echter duidelijk dat Du Bus met zijn liberale ideeën zijn tijd ver vooruit was geweest. Prins: ‘Een moderne koloniale staat kon zich naarmate de negentiende eeuw vorderde, het protectionisme, zoals dat onder het koloniale compagniestelsel in de zeventiende een achttiende eeuw hoogtij vierde, niet meer veroorloven.’ Een vrijere handel op Indië was het gevolg van dit inzicht.
Herwaardering
Du Bus zou dat allemaal niet meer meemaken. Net terug in de Nederlanden brak in 1830 de Belgische Opstand uit en Du Bus werd te zeer als een orangist gezien om in aanmerking te komen voor een positie in het nieuwe België. Hij trok zich terug op een kasteeltje waar hij de laatste jaren van zijn leven sleet: het wrede lot van een man die te veel Belg was voor de Nederlanders en te veel Nederlander voor de Belgen.
Blijft de vraag of De Prins aannemelijk heeft kunnen maken dat een herwaardering van Du Bus’ rol in de geschiedenis van Indië op zijn plaats is. Feit is dat hij symbool staat voor de periode tussen het verdwijnen van de VOC en de invoering van het succesvolle cultuurstelsel. Ergens in de decennia tussen 1800 en 1830 moet het verval van de kolonie gestuit zijn en werd de weg omhoog. De Prins laat zien dat Du Bus daar een rol in heeft gespeeld - al was die niet van hemelschokkend belang. Maar om Leonard Du Bus De Gisignies af te schilderen als een dikke, door kwaaltjes geplaagde, incompetente Belg, dat gaat in ieder geval te ver.
Bart de Prins: Voor keizer en koning: Leonard Du Bus De Gisignies 1780-1849, Commissaris-Generaal van Nederlands-Indië. Balans 2002. 284 pgs., €25.
http://www.leidenuniv.nl/mare/2002/29/15.html
|
Job |
gouverneur de la province d'Anvers, puis du Brabant méridional, puis, enfin, gouverneur des Indes Néerlandaises, sous le titre de commissaire, général. |
- Bus de Gisignies, Leonard .P.J. burggraaf du (1780-1849)
(Commissaris-generaal ), 1826-1830
hij was Zuid-Nederlander.
en kreeg als speciale opdracht mee om de ongunstige financiële positie vanuit de periode van Van der Capellen te onderzoeken
hiertoe voerde hij zware bezuinigingen door.
in zijn periode verdubbelde desondanks de staatsschuld van 20 naar 40 miljoen gulden, o.a. door de Java-oorlog .
het dagelijks bestuur was in handen van Luitenant-gouverneur-generaal H.M. de Kock en de Raad van Indië
woog hij 145 kg bij aankomst, bij vertrek was dit 85 kg!!
hij stimuleerde Europese particulieren in de landbouw.
Zie ook: Gouverneurs-generaal op rij .
|
Job |
membre du bureau de bienfaisance de Tournai, adjoint au maire de cette, ville, intendant de l'arrondissemnt de Courtrai, membre et président de, la seconde chambre des Etats-Généraux des Pays-Bas. |
Job |
1817 |
membre de l'ordre équestre de la Flandre Orientale |
Died |
31 May 1849 |
en son château, Oostmalle [1] |
Notes |
- L.P.J. burggraaf du Bus de Gisignies
in de periode 1815-1828: lid Tweede Kamer, voorzitter Tweede Kamer, Provinciaal Gouverneur, minister van Staat
voornamen
Leonard Pierre Joseph
personalia
wijziging in naam en/of titulatuur
L.P.J. Dubus
geboorteplaats en -datum
Dottignies (Henegouwen), 1 maart 1770
overlijdensplaats en -datum
Oostmalle (Antw.), 31 mei 1849
opmerkingen over de naam en/of titel
Wapenvermeerdering als "du Bus de Gisignies", 14 juni 1822
loopbaan
- militair in Franse dienst, vanaf 1802
- adjunct-maire van Doornik
- intendant/commissaris arrondissement Kortrijk, vanaf 18 mei 1814
- lid Tweede Kamer der Staten-Generaal voor de provincie West-Vlaanderen, van 21 september 1815 tot 18 oktober 1819
- voorzitter Tweede Kamer der Staten-Generaal, van oktober 1818 tot 18 oktober 1819
- Gouverneur van Antwerpen, van 3 april 1820 tot maart 1823
- Gouverneur van Zuid-Brabant, van 25 maart 1823 tot 9 mei 1828
- Commissaris-Generaal in Nederlandsch-Indië, van 4 februari 1826 tot 16 januari 1830; benoemd 10 aug. 1825
- minister van Staat, 9 mei 1828
nevenfuncties
overzicht
- lid Ridderschap van West-Vlaanderen, vanaf 13 september 1817
- lid Staatscommissie voor het ontwerpen van de Wet op de nationale militie
- lid commissie voor de landbouw provincie Antwerpen, van januari 1821 tot augustus 1823
- lid commissie voor de botanische tuin te Brussel
- president Hoge Raad van Landbouw, vanaf 29 augustus 1834
opleiding(en)
soort en plaats academisch onderwijs
rechten (niet voltooid) te Douai
overige bijzonderheden
ridderorden
- Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw, 24 november 1816
- Commandeur in de Orde van de Nederlandse Leeuw, 20 juli 1823
- Grootkruis Orde van de Nederlandse Leeuw, 6 juli 1830
predikaten/adellijke titels
- verheven in de Nederlandse adelstand, 20 september 1816
- burggraaf, 22 mei 1819
inkomenspositie
Tractement als Commissaris-Generaal f 200.000 per jaar, met behoud van functie als Gouverneur van Zuid-Brabant
publicaties/bronnen
publicaties over
- M.A. van Rhede van der Kloot, "Gouverneurs-Generaal en Commissarissen-Generaal van Nederlandsch-Indië 1610-1888"
- B. de Prins, "Voor keizer en koning. Leonard du Bus de Gisignies (1780-1849)" (2002)
familie/gezin
naam vader
P.I. du Bus de Gisgnies, Pierre Ignace
naam moeder
M.Th.B. Vuylsteke, Marie Thérèse Barbe
samenlevingsvorm
- gehuwd; echtgenote overleden 23 juli 1836
- gehuwd (tweede huwelijk) te Rumst, 20 november 1839
kinderen
1 dochter en 5 zonen; uit eerste huwelijk
Gegevens hebben - zeker bij personen uit het recente verleden - vooral betrekking op de periode waarin zij politiek actief waren. (Gemotiveerde) aanvullingen of correcties ontvangen wij graag. U kunt hiervoor de "reageer-knop" gebruiken.
http://www.parlement.com/9291000/biof/04341
|
Person ID |
I4913 |
F1 |
Last Modified |
8 Mar 2005 |
Family 1 |
Marie-Anne-Catherine-Bernardine de Deurwaerder, d. 23 Jul 1836, Oostmalle |
Married |
Abt 1803 [2] |
Children |
| 1. Clémentine-Catherine-Françoise du Bus de Gisignies, b. 7 Aug 1803, Brugge, Belgique , d. 18 Oct 1817, Courtrai (Age 14 years) |
| 2. Gustave-Bernard-Joseph du Bus de Gisignies, écuyer, b. 5 May 1807, Brugge, Belgique , d. 23 Sep 1831, Bruxelles, Belgique (Age 24 years) |
+ | 3. Bernard-Aymé-Léonard du Bus de Gisignies, b. 21 Jun 1808, Tournai, Hainaut, Belgium , d. 6 Jul 1874, Ems (Age 66 years) |
| 4. Albéric du Bus de Gisignies, b. 30 May 1810, Tournai, Hainaut, Belgium , d. 26 Jul 1874, Bruxelles, Belgique (Age 64 years) |
| 5. Chrétien-Henri-Honoré-Léonard du Bus de Gisignies, écuyer, b. 17 Sep 1819, Courtrai , d. 9 Jun 1835, Bruxelles, Belgique (Age 15 years) |
| 6. Constantin-Léonard-Aimé-François-Marie-Joseph du Bus de Gisignies, b. 11 Oct 1823, Bruxelles, Belgique , d. 16 Nov 1850, Saint Josse Ten Noode, Bruxelles, Belgique (Age 27 years) |
|
Last Modified |
8 Mar 2005 |
Family ID |
F1551 |
Group Sheet | Family Chart |